pdf A29(2000) Advies raamwerk voor ecologische inbreng op de beleidsterreinen bodembescherming, biodiversiteit en ruimtelijke ordening in relatie tot NMP-4 en de Vijfde nota Ruimtelijke Ordening
Vanuit de bodembescherming wordt gezocht naar een samenhang met biodiversiteit en ruimtelijke ordening. De intentie is om deze samenhang tot uiting te laten komen in het NMP-4 en de Vijfde nota Ruimtelijke Ordening. De TCB gaat in haar advies in op hoe de samenhang tussen deze beleidsterreinen vanuit een ecologisch perspectief is aan te brengen. Bovendien wordt aandacht besteed aan het onderzoek dat nodig is om die samenhang in beeld te brengen.
Bodemecosysteem als gemeenschappelijke noemer voor beleid De TCB zet in haar advies uiteen dat de waardering van gevolgen van landgebruik op bodemecosystemen afhankelijk is van de schaal in ruimte en in tijd. Landgebruik kan worden beoordeeld aan de hand van:
1. de lokale gevolgen van het gebruik zelf en
2. de vraag hoe het gebruik zich verhoudt met de kwaliteit van de omgeving.
Deze zaken zijn beide van belang omdat hoe langer de gevolgen van landgebruik voor ecosystemen aan zullen houden, hoe groter de schaal �n hoe slechter de kwaliteit van de omgeving is, des te moeilijker zal herstel te bewerkstelligen zijn. De lokale beoordeling leidt tot eisen die een specifiek landgebruik met zich meebrengt voor de noodzakelijke ecologische kwaliteit van de bodem. Het bijpassende beleidsmatige sturingsmodel is: optimaliseren boven een basaal niveau. In de omgevingsbeoordeling gaat het om de aanwezigheid van gebieden rond een specifieke lokatie met planten, dieren en processen die op die specifieke lokatie door bodemgebruik niet meer voorkomen. Voor de laatste soort analyses bestaat geen vast referentiepunt en dit is ook moeilijk aan te geven. Het aangeven van trends kan echter voldoende zijn om ruimtelijke ontwikkelingen bij te sturen. Het beleid hiervoor dient zich te richten op behoud en verbetering van de huidige situatie.
Onderzoek Het instrumentarium voor beleidsmatige sturing moet nog ontwikkeld worden. De TCB ziet een aantal onderzoeksvelden die hieraan kunnen bijdragen: 1. Fundamenteel onderzoek naar de ecologische kant van processen dieper in de bodem; 2. Monitoren van soorten en processen als biodiversiteitsindicatoren in ecologische meetnetten en de resultaten daarvan relateren aan ruimtelijke ontwikkelingen; 3. Verkennen van mogelijkheden om ecologische kwaliteit van de bodem binnen de randvoorwaarden van het landgebruik te optimaliseren en te stimuleren; 4. Afleiden van concrete eisen met betrekking tot de ecologische kwaliteit in relatie tot landgebruik.
De TCB is van mening dat inventarisaties van resultaten van onderzoeks- en monotoringsprogramma's met betrekking tot bodemecosystemen door een planbureau zouden moeten worden uitgevoerd. Dit bureau zou dienen te rapporteren over de stand van zaken en ontwikkelingen van bodemecosystemen in relatie tot het gebruik van de bodem.